Ik wil hier proberen duidelijk temaken WAAROM dit risicovol is en volgens de fabrieksspecificaties niet mag. Als voorbeeld de maten van de OM615 (200D/220D)maar voor de 240D en 300D komt het op hetzelfde neer.
De standaardboring is 87,00 mm , de buitendiameter van de bus is 90,00 mm. Dit geeft dan een wanddikte van 90,00 - 87,00 = 3 : 2 is 1,5 mm . Toch ??
Niet dus , direct onder de kraag van de bus zit een groef van 0.4mm diep. De wanddikte is daar dus 1,1 mm.
Bij opboren naar eerste overmaat gaat er 0,25 mm van de wanddikte af, is dus 0,85 mm.
De cilinderbus is naast een mechanisch belast onderdeel ook een thermisch zwaar belast onderdeel.
Gaan er tijdens de uitslaatslag de ca 600 graden uitlaatgassen langs , in de daarop volgende inlaatslag de vers aangezogen buitenlucht van 20 ?? graden.
Daarnaast de opwarming van koude motor naar bedrijfstemperatuur. Je kan al bijna niet begrijpen dat zo n bus op standaardmaat wel heel blijft.
Of het dan verstandig is om bij een toch al kostbare revisie het risico te gaan lopen moet ieder maar zelf weten. Hoe dun zo n bus word bij de tweede overmaat moet je zelf maar uitrekenen.
Het opboren van die bussen is maar èèn van de dingen waar de bedrijven die ,,goedkoop,, werken risico meenemen. Zelf begonnen we daar niet aan . Een revisiemotor moet mi net zolang meegaan als een nieuwe en niet na bv 50.000 of 100.000 km sneuvelen door bv een gebroken oliepompaandrijvings tandwieltje of een gescheurde cilinderbus of wat dan ook.
foto : wat moeilijk zichtbaar , direct onder de kraag zit de groef
SitemapIndex