Oké, Oké, het is vloeken in de kerk.
Maar ik dacht dat ik wellicht en eventueel zin zou kunnen hebben, mogelijk, misschien, in iets anders dan de zo gekoesterde 280E.
Stom natuurlijk, maar dat heb je als man, als jager. Een oude droom bood zich aan. De Alfa Spider! Type 4, 2.0TS met 145pk, geen katalysator en net een ton aan kilometers, bouwjaar 1992. Inruil was bespreekbaar.
Niet ver weg.
Twijfels, twijfels, "zal ik wel gaan?", dat werk. Vriendin zei nuchter "kijk nu maar en handel niet meteen".
Gegaan.
Alfa Spider, zilvergrijs metallic. Beige half-lederen interieur.
Eerste indruk... Hmmmmm....
Scheurtjes in het dak ("is wel waterdicht hoor", zegt de zeer aardige verkoopmeneer, "maar wat duur om te vervangen"). Een kras over de linkerkant dan de auto. Iets wazigs bijgespoten achter.
Rijden? Tuurlijk!
Broeemmm... WÃ t een geluid! Fraaie cockpit voor me, windscherm achter me. Goede, lage zitpositie. Top uitlaatbrul, mensen kijken, zon op de bol. Heerlijk!
Maar ook... Trekken naar rechts, defecte dag-en kilometerteller, schuddende meters op het dashboard, amper werkende elektrische raambediening, schurende versnellingsbak als je de pook vasthoudt...Plus de uiterlijke ongemakjes en de toch wel, nogal stevige prijs. Wil ik dit wel? Wil ik dit ECHT?
Nee.
"Hoe was het?", vroeg de verkoopmeneer. "Prachtig, maar niets voor mij", wist ik opgelucht te melden. Ik kreeg koffie en koekjes en we hadden nog een fijn gesprek, de verkoper en ik.
De Benz uit 1980, 12 jaar voordat deze open Alfa het leven zag. Die Benz met 50.000 meer kilometers op de klok. Dié Benz start altijd. Loopt goed, sluit goed. Zit goed, degelijk en zeker. Alles 'klik-klak', gemaakt voor altijd. Onderdelen zijn er volop en niet te duur. Een auto gemaakt voor altijd.
De Alfa was een leuke rit. Voor even. De Mercedes is de zekerheid die ik graag weer mee naar huis neem. Telkens weer.