De nieuwe en vernieuwde Autokampioen liet op papier zien wat ik al even dacht. Het bestaansrecht van de premium merken (lees: het vragen van hoge prijzen voor zogenaamde 'topprodukten') staat op het spel.
Anno de 21e eeuw zijn alle auto's gelijkwaardig aan elkaar. 8 airbags, alle luxe, een gelijksoortig design, veel electronica en geen mogelijkheden om zelf nog te sleutelen. Zelfs het vervangen van de koplamp moet bij de dealer gebeuren. Een Jaguar op het onderstel van een Ford, of Volvo. Meerdere automerken die een auto ontwerpen en uitbrengen, enkel met een andere gril en ander dealernetwerk.
De hoogtijdagen van de 'premium merken' als BMW en Mercedes-Benz waren de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw. De klant was bereid lang te wachten op zijn of haar nieuwe auto, die met zorg en tijd in elkaar werd gezet, met echte Duitse producten inside. De klant was bereid veel te betalen, veel meer dan voor bijvoorbeeld een Ford Granada of Opel Commodore. Andere merken waren er genoeg, maar die hadden naast hun pluspunten (vaak een zachter veercomfort, meer accessoires en een lager prijskaartje) ook veel minpunten (lagere restwaarde, electronische problemen, meer roest, minder status). De generatie die in de jaren '70 en '80 een BMW of Mercedes-Benz kocht, was opgegroeid rond de periode van de tweede wereldoorlog. Tijden van schaarste en het meerdere malen omdraaien van een dubbeltje. Kon men het betalen, dan was de auto, hét gezinsbezit naast een eventueel huis, zeer belangrijk voor de uitstraling en mobiliteit. Het werd het troetelkind van de familie. Met zorg onderhouden.
De Mercedes-Benz W123 is onder dat gesternte geboren. Een sobere auto met heel veel doordachte kwaliteit. Goed sluitende materialen, niet goedkoop qua beleving. Alle opties waren te koop, maar niets was vanzelfsprekend.
Nu, in de 21e eeuw, zijn auto's meer identiek dan ooit. Ik heb de Renault 30TX, Citroën CX of Peugeot 604 altijd de mooiste auto's gevonden. Die dikke stoelen, infrarode deurvergrendeling, volle tapijten, fraai lijnenspel... Ik kan me nu echt geen optisch uitspringende Franse auto voorstellen, hoewel ze technisch en mechanisch veel beter zijn dan hun karakteristieke voorgangers.
Maar ook ons troetelmerk, Mercedes-Benz, heeft veel terrein verloren. Snelle CDI diesels, voorzien van alle opties af fabriek, maar ook met veel electronisch gedoe. Of zijn de andere merken juist ingelopen? Een Ford Mondeo is een fantastisch alternatief voor een dure Mercedes C. Vedenk dat de Mondeo de verre opvolger is van de Ford Taunus. Dat was een ander verhaal, toen. Het modellengamma van Mercedes-Benz....Ach. Een R, een ML, een G, een C, een E, een CLK, een CLS, een S, een A, een B... Ik zie door de bomen het bos niet meer en niets spreekt me aan (wel, de CLS wel, eigenlijk...)
In deze tijden van geen onderscheid meer tussen automerken en het anonimiseren van het straatbeeld, ben ik blij dat er nog veel robuuste W123's rondrijden. Toen de Duitse auto nog oerdegelijk, robuust en doordacht was. Noem het het gezever van een oude vent, maar ik ben blij dat ik andere tijden heb gekend... Laten we onze trouwe W123 goed onderhouden en hier niet kibbelen over onbelangrijke zaken!
Een fijne zondag verder!